Een heerlijke titel. Fouten bestaan niet. Wat een vrijheid! Binnen de handpanscene hoor ik steeds vaker uitspraken als deze voorbij komen. De bewoording wisselt nog weleens, maar de essentie is hetzelfde: fouten bestaan niet binnen handpan spelen.
Ondanks het mooie overkomen van deze uitspraak, ga ik er in deze blog toch iets kritischer op in. Niet getreurd, het maakt handpan spelen er niks minder leuk, vrij of intuitief van. Sterker nog, handpan leren spelen is zoveel leuker en uitdagender, juist omdat je het fout (en dus ook goed) kan doen, en omdat je kan leren van je fouten.
Ik ga in deze blog dus helaas de fijne bubbel ‘fouten bestaan niet’ niet heel laten, maar hoop je er zeker ook van te overtuigen dat dit alleen maar goed nieuws is.
Vrijheid, blijheid
Vrijheid, blijheid, daar ga je toch niet óók de schaar in zetten?! Geen zorgen, zo ver laten we het natuurlijk niet komen. Het vrije karakter van de muziekwereld – en daarbinnen de handpanwereld – is iets prachtigs, en één van de redenen waarom ik met volle overtuiging mijn leven vul met zoveel mogelijk muziek. Binnen het leren van een instrument is er volledig ruimte om je eigen identiteit te vinden, om je te ontwikkelingen hoe jij wilt, en dat te doen op de manier en het tempo dat bij jou past. Zonder etiket, oordeel of verplichtingen.
De laatste jaren is dat vrije karakter zich binnen de handpanscene gaan ontwikkelen tot iets dat steeds verder gaat. Daarmee blijkt het didactisch advies ‘wees niet bang om fouten te maken’ of ‘leer van je fouten’ soms te draaien naar ‘fouten maken bestaat niet’. Als dat laatste echt zo zou zijn, zou mijn rol als docent al snel overbodig zijn.
De reden voor het schrijven van deze blog, is dat ik in toenemende mate mensen spreek die verbaasd (en soms misschien zelfs wat teleurgesteld) lijken als ik niet meega in de aanname dat fouten niet bestaan op een handpan. Ik hoop je in deze blog te overtuigen dat fouten bestaan, maar dat dit alleen maar goed nieuws is, en handpan zoveel leuker, vrijer en interessanter maakt!
Dat fouten dus bestaan, betekent natuurlijk niet dat fouten maken iets slechts is. Fouten maken kan ontzettend zinvol en leerzaam zijn. Door fouten te maken leer je wat niet werkt, maar wordt je tegelijk uitgedaagd te zoeken wat dan wel werkt.
Kaders creeren creativiteit
Ik schreef eerder een blog over het belang van kaders, en hoe kaders je creativiteit enorm kunnen boosten. Je zou hier het woord kaders gemakkelijk kunnen inruilen voor regels of beperkingen, een kader stelt tenslotte dat je bepaalde dingen mag (binnen het kader), maar andere dingen ook niet (buiten het kader).
Alle muziek beweegt binnen bepaalde kaders. Zelfs meer abstracte muzikale stromingen. Kaders kunnen verbogen worden, en je kan je eigen kaders bepalen, maar zonder kaders is het einde zoek. Een handpan is bij uitstek een instrument met een duidelijk kader. Je hebt meestal 9 of 10 tonen, met – als je het bont maakt – een maximum van 20 tonen door middel van bodempads (hier schreef ik eerder een blog over).
Dit beperkte kader (max 20 tonen versus bijvoorbeeld een piano met 88 tonen) is één van de factoren die handpan haar eigen karakter geeft. Dit maakt ook dat het makkelijker en veiliger improviseren is op een handpan dan op een piano. Je maakt in dit opzicht dus zeer zeker minder makkelijk fouten op een handpan dan op, in dit voorbeeld, een piano.
Dit vrijere melodische spel is een van dé trekpleisters van de handpan. En terecht! Het is te gek dat je zonder al te veel moeite mooi klinkende melodieën kan spelen op je handpan. Ik kan me heel goed voorstellen dat jij als lezer deels ook bent gevallen voor de handpan vanwege dit vrije karakter.
Voor melodie geldt dus zeker dat een handpan toegankelijker is dan andere instrumenten. Dat gaat dan alleen wel puur over melodie. Wat betreft ritmiek verschilt een handpan niet van piano, en gelden dezelfde kaders wat betreft wat wel of niet werkt (of, harder gesteld: wat goed of fout is).
Van kaders naar regels
Zoals ik hierboven al schreef: in vrijwel alle gevallen zou je het woord kaders kunnen vervangen voor regels. Het klinkt wat minder vriendelijk, maar de essentie is hetzelfde. Zo zijn er bijvoorbeeld ook regels over tempo. Mensen vinden het doorgaans fijn om een constant tempo te horen. Dit creëert herhaling, en daarmee herkenning. Dat laatste geeft dan weer de mogelijkheid om te reageren op de muziek. Of dat nou is in de vorm van dansen, zingen, of je ogen sluiten en tot rust komen.
Er zijn geen keiharde regels over tempovast spelen. Het staat je vrij om te schommelen in tempo als je dat wil. Sommige componisten zetten dit schommelen bewust in, en weten het effect naar hun hand te zetten.
Schommelen in muziek kan dus. Toch is bewust de regels breken (zoals het voorbeeld van bovenstaande componist) iets anders dan de regels niet kennen of beheersen. Luisteraars zullen het niet als wenselijk ervaren als iemand onbedoeld aan het schommelen is in tempo. Het maakt muziek heel onregelmatig en onrustig, en onrust is nou niet iets dat binnen handpanmuziek vaak het doel is. Bepaalde regels aanhouden betreffende tempovast spelen zal je spel dus zeker ten goede komen.
Bewust omgaan met wat wel en niet werkt kan een enorme invloed hebben op elementen als houding, aanslag, techniek. Een verkeerde houding kan je spelen flink minder aangenaam maken, of juist enorm veel vrijheid geven. Geen goede aanslag aanleren maakt handpan spelen een stuk minder leuk, een goede aanslag maakt spelen zoveel soepeler en plezieriger. De technieken verkeerd benaderen maakt patronen onnodig moeilijk of zelfs onhaalbaar, met een simpele aanwijzing wordt het ineens benaderbaar, en valt het kwartje.
Mijn rol als docent
De grens tussen iets goed of fout aanleren komt op allerlei vlakken voor. De hierboven genoemde voorbeelden – houding, aanslag en techniek – spreken tot de verbeelding. Iedereen kan zich een beeld vormen van het belang hiervan. Naast deze bekende voorbeelden zijn er allerlei kleine nuances die, als ik ze hier benoem, niet relevant lijken, maar zo enorm veel goeds voor je spel kunnen doen (en dus enorm kunnen belemmeren wanneer je het niet of niet juist toepast).
Mijn rol als docent is om jou op een zo fijne organisch mogelijke manier te begeleiden richting de goede manier van handpan spelen. Die uitspraak zou je ook kunnen vertalen naar ‘weghouden van de foute manier om handpan te leren spelen’. Dat klinkt een stuk dreigender, maar het is toch zeker wel mijn taak om je weg te houden van de foute manier om handpan te leren spelen (en je dus te begeleiden richting de goede manier van handpan spelen!)
Toch zal het in mijn lessen zo min mogelijk gaan over wat je niét moet doen, maar juist wat je wél zou moeten doen. Het komt op hetzelfde neer, maar werkt toch wel een stuk leuker!
Wat is dan wel waar?
Het doel van deze blog is zeker niet om je te vertellen dat handpan moeilijk te leren is. Handpan is een zeer toegankelijk instrument. Het leerproces is absoluut aangenamer en vriendelijker dan bij de meeste andere instrumenten. Bovendien voelt oefenen minder snel als studeren, omdat vrijwel elke oefening al best snel mooi klinkt. Spelenderwijs groeien zou een mooie omschrijving zijn van een dagelijkse oefenpraktijk.
Is je doel om een fijn, intuitief instrument bespelen, dat ook te leren als je een druk leven hebt? Waarbij je oefenmoment tegelijk een heerlijk rustmomentje is? Dan hoop ik dat je daar na deze blog nog even enthousiast, of zelfs alleen nog enthousiaster bent. Hoe te gek is het dat dit instrument én dit toegankelijke en vergeeflijke karakter heeft, én de mogelijkheid om de diepte in te gaan met alle muzikale uitdagingen die je maar kan verzinnen? Het is vrij uniek dat een instrument beide kanten biedt, en precies dat maakt handpan een enorm fijn en veelzijdig instrument.
Kaders zijn fluide
Om je een beeld te geven van wat er allemaal mogelijk is als je goed de diepte ingaat, een video van – wat mij betreft – toch wel echt de Greatest Of All Time: de handpankoning Kãbeçao.
Een mooi voorbeeld vind hier plaats op 3:40. Kabe draait z’n handpan een kwartslag, en speelt met elke hand een kant van de handpan. Hoe meer je de diepte in gaat, hoe meer je de regels kan gaan buigen.
Dit is het leuke aan muziek maken. Als je de kaders, de regels, eenmaal kent en beheerst, kan je naar eigen inzicht en smaak gaan buigen of zelfs breken met die regels. Met als groot verschil dat een beginnend speler die een handpan een kwartslag draait waarschijnlijk niet ver komt, maar een speler als Kabecao deze regel over hoe je handpan zou moeten houden kan ombuigen naar iets nieuws en fris. Júist omdat hij de regels en kaders van handpan spelen zo goed meester is!
Fouten bestaan wel
Concluderend zou ik dus met een gerust hart en een glimlach kunnen stellen: fouten bestaan wel. En wat fijn dat dat zo is! Als er een instrument zou zijn waarop fouten maken onmogelijk is, zou het ontzettend snel saai worden, en zeer beperkt zijn in mogelijkheden.
In mijn lessen leer je dus wat goed, en ook wat fout is. Dat gezegd hebbende: trek zeker de stoute schoenen aan. Neem niet alles zomaar aan. Steek zelf die grens alsnog af en toe over, zodat je zelf kan ervaren waarom het als fout wordt bestempeld, en waarom iets anders beter werkt.
Ik hoop je te helpen ontdekken welke kaders relevant zijn voor jouw ontwikkelingen. Binnen die kaders is volop ruimte voor vrij en intuïtief spel. Door begeleid te worden in de richting van wat wél werkt (en dus weg van wat niét werkt) krijgt je spel zo’n fijne boost, dat je hopelijk nooit meer wil stoppen met spelen.