Dit is de laatste blog in de serie over liedjes spelen op jouw handpan. In deze blog komt alles samen, en kan je aan de slag met misschien wel de leukste reden om te duiken in vormschema’s: het handpan spelen zoals jouw voorbeelden dat doen.
Natuurlijk zijn er ontzettend veel elementen die een bepaalde speler laten klinken zoals ze doen, maar één hiervan is zeker hun manier van componeren. De ene speler schrijft simpele composities, die niet meer nodig hebben dan een A’tje en een B’tje. De ander schrijft boekdelen, waarbij je lang niet genoeg hebt aan het tot nu behandelde A (couplet), B (refrein), en C (bridge).
Voordat je aan de slag gaat met de inhoud van deze blog, raadt ik je sterk aan om eerst de vorige blogs over dit onderwerp te lezen. Je zou dan beginnen bij deze blog over A & B’tjes. Als je de inhoud uit die blog hebt behandeld kan je door naar de tweede blog, waarin C’tjes worden behandeld.
Als je dat alles hebt behandeld, kan je aan de slag met deze blog. Hopelijk helpt het je een stapje verder om handpan te leren spelen zoals jouw voorbeelden!
Vormschemas
De term vormschema is ondertussen al vaak voorbijgekomen. Een interessante compositie maken zonder gebruik te maken van vormschema’s is nagenoeg onmogelijk. Sommige componisten of genres redden het nog wel met simpelweg een A en een B, maar in de meeste gevallen komt op z’n minst ook een C voorbij.
Tot nu toe bekende kost voor je, als je de vorige blogs hebt behandeld. Je bent daarmee een heel eind, maar hebt nog steeds een klein stukje te gaan. Wees gerust, veel complexer wordt het niet.
Er zijn nog een hoop delen te benoemen, maar in principe kan je aanhouden dat elk deel dat niet past onder de noemer couplet (A), refrein (B), of bridge (C), gewoon een volgende letter krijgt. Zit er dus nog een deel in dat afwijkt van de andere drie, dan noem je deze D.
Intro, Outro & Interlude
Wel zijn er nog drie termen handig om toe te voegen aan je arsenaal. Het zijn termen die je hoogstwaarschijnlijk al kent, ook in hun muzikale toepassing. Ze komen zoveel voorbij dat ze eigenlijk wel algemeen bekend zijn. Het zijn de volgende drie:
- Intro: deze term kwam in de eerste blog eigenlijk ook al voorbij. Veel composities hebben baat bij een intro. Het geeft de luisteraar de tijd om er lekker in te komen, even te wennen aan de sound en sfeer, voordat het verhaal echt begint. Een intro is vaak een uitgeklede versie van een A’tje of een B’tje.
- Outro: de hekkensluiter. Het kan fijn zijn om wat meer tijd te hebben om een punt te zetten achter je creatie. Soms voldoet het om gewoon te eindigen met het laatste B’tje, maar dat kan ook wat abrupt overkomen. Als dat laatste het geval is biedt een outro uitkomst. Een outro is ook vaak een uitgekledere versie van iets voorgaands. Soms zelfs identiek aan het intro, waarmee je compositiecirkel mooi rond is.
- Interlude: De minst bekende van de drie. Een interlude zou je kunnen zien als een adempauze. Tussen delen in kan het fijn zijn om even te blijven hangen. Een interlude biedt hier uitkomst. Een interlude is wederom een uitgeklede versie van iets voorgaands. Meer dan eens is het zelfs identiek aan het intro. Meteen weer een stukje herkenning, fijn als luisteraar!
Voorspelen en naspelen
Een ontzettend tof en leerzaam iets is het naspelen van jouw voorbeelden. Soms lukt dat, soms is dat nog een hele uitdaging. Wat bepaalde spelers uit hun vingers toveren is lang niet altijd zo simpel. Bovendien heb je voor bepaalde composities dezelfde specifieke handpanstemming nodig.
Echt 1 op 1 naspelen gaat dus niet altijd. Wel kan je elementen uit iemands spel halen, en dat vertalen naar jouw eigen spel. Dit is waar vormschemas een prachtige tool kunnen zijn.
Elke speler ontwikkelt bepaalde patronen in diens ontwikkeling, of dat nou bewust of onbewust is. Zo zijn er spelers die qua vormschema heel vaak dezelfde structuur aanhouden. Een van die spelers is Malte Marten (waar ik eerder een blog over schreef); zijn schemas zijn vrijwel altijd hetzelfde. Ook de schemas van Konstantin Rössler tonen veel gelijkenissen (lees hier de blog die ik over hem schreef).
Ook een leuke speler om te analyseren als je begint met vormschemas is Kate Stone. Zij schrijft heel simpele thema’s, en haar vormschema’s zijn heel vaak simpelweg Intro – A – B – A – B – Outro, met heel soms een interlude of C’tje.
Overigens: dat schema’s van spelers vaak hetzelfde zijn is absoluut geen zwaktebod. Er zijn tal van vlakken waarbinnen je je creativiteit kan uiten, en een mooie melodie en akkoordenschema zijn hierbij een stuk belangrijker dan een origineel vormschema.
Origineel omgaan met vormschemas kan absoluut een tof iets zijn en bepaalde frisheid bieden, maar is zeker geen vereiste. Er zijn talloze geniale popliedjes geschreven, die allemaal het standaard schema A – B – A – B – C – B volgen.
Toepassen
Begin eens met een van bovenstaande spelers, en kijk of je bepaalde patronen kan ontdekken in hun manier van een song opbouwen. Om je een beetje op weg te helpen een klein stappenplan:
- Luister een paar keer naar een van hun creaties, en probeer te ontdekken wat het hoofdthema is. Dit zou het refrein (B) zijn. Probeer te ontdekken waar en hoevaak dit B’tje te vinden is.
- Als je de kern – het B’tje – hebt, kan je wellicht achterhalen wat er steeds voorafgaat aan dit B’tje. Of juist wat er achteraan komt. Is hier een bepaalde structuur te ontdekken? Grote kans dat je op deze manier het A’tje achterhaalt, of eventueel een interlude dat steeds zou kunnen volgen op het B’tje.
- Als je het tot hier hebt gered ben je een heel eind. In veel gevallen heb je de complete songstructuur nu al rond, en is het simpelweg nog een eventueel intro of outro toevoegen.
Mis je toch nog delen? Probeer te ontdekken waar deze vallen. Valt het niet onder de behandelde noemers? Dan ga je simpelweg alfabetisch verder. Het eerste extra deel wordt dus D. Mocht er nog een extra deel zijn, dan wordt dat E. Dit laatste zal je binnen handpancomposities niet heel vaak tegenkomen.
Als je een schema hebt, begint jouw creëren. Probeer iets te maken met hetzelfde vormschema. Misschien zelfs ook met hetzelfde tempo, of andere elementen die je graag zou willen behouden. Binnen deze kaders ga je vervolgens iets maken dat helemaal van jou is. Jouw melodieen, jouw patronen, maar wel binnen de kaders van jouw inspiratiebron.
Een flinke klus, maar je zult zien dat je op deze manier veel gaat leren en begrijpen over iemands manier van schrijven. Het kan een toffe manier zijn om iets beter te leren om handpan te spelen zoals jouw voorbeelden. Sowieso geeft het je spel een enorme verbreding, en dat is altijd te gek natuurlijk!
Meerdere wegen naar Rome
Handpan leren spelen zoals jouw voorbeelden kan op vele manieren. Vormschema’s is slecht een factor. Ik heb op deze plek bewust gekozen voor vormschema’s, omdat dit deel nog goed uit te leggen is via een blog. Andere elementen, bijvoorbeeld een specifieke techniek die een speler graag en veel gebruikt, passen beter in een lesvorm waarbij ik dingen kan voorspelen en toe kan lichten.
Wil je dieper duiken in de speelstijl van specifieke spelers, en zoek je daar hulp bij? Bekijk dan eens de mogelijkheden voor online handpanles via Zoom. We kunnen binnen deze lessen aan de slag met de speler die jou het meest inspireert.
Niet met het doel om die speler 1 op 1 na te spelen. Daar heb je niet zoveel aan, bovendien heb je dan precies dezelfde handpanstemming nodig. Het doel van deze lessen is om wat beter te leren begrijpen hoe deze speler denkt en werkt. Een kijkje in iemand creatieve brein, om zo bepaalde tools te leren die jouw spel enorm kunnen verbreden.
Een speler als uitgangspunt nemen in handpanles via Zoom is een te gekke manier om te werken. Dat kan natuurlijk prima opzichzelfstaand, al heb ik ook verschillende spelers op les via Zoom die daarnaast ook mijn online cursussen volgen. Je hebt in dat geval de online cursussen voor je algemene handpanspel, en de handpanlessen via Zoom voor gerichtere ontwikkelingen. Een mooie aanvulling op elkaar als je flinke meters wil maken op jouw handpan!
Aanbod
Volg jij één van mijn lesvormen, en heb je interesse in deze duovorm? Dan kom ik je graag een beetje tegemoet:
- Volg je één of meerdere van mijn online cursussen? In dat geval geldt het kortingstarief horende bij een tienstrippenkaart voor elk aantal lessen. Je betaalt dan voor een les van 45 minuten geen
€60,-maar €50,-; en voor een les van 60 minuten geen€70,-maar €60,-; ongeacht het aantal lessen. - Volg je al online handpanles via Zoom bij mij, en wil je daarnaast ook aan de slag met online cursussen? Op alle online cursussen geldt dan 10% korting, ook op alle bundels. Je kan deze korting activeren met de code Duokorting24.
Veel plezier!
Hopelijk helpen de afgelopen blogs je om handpan te leren spelen zoals jouw voorbeelden, of om jouw eigen composities meer eigenheid, diversiteit en diepgang te geven. Geef het de tijd en maak het eigen. Ik wens je veel plezier met spelen, en zoals altijd: deel het zeker als je iets moois hebt opgenomen!