Een van de aspecten die ik zo leuk vind aan de handpanscene, is de ontwikkeling ervan. Het instrument is nog maar jong, en daarmee is alles nog volop in ontwikkeling. Als je deze website weleens hebt doorzocht heb je vast gezien dat ik ook werkzaam ben als drummer. Deze match van instrumenten werkt voor mij perfect. De twee werelden zijn ergens gelijk, maar tegelijk o zo verschillend. Op het gebied van ontwikkeling is het verschil duidelijk: het drumstel is al ruim 100 jaar oud, en daarmee gaan ontwikkelingen ondertussen in een wat trager tempo. De handpan is daarentegen net twintig jaar oud, en daarmee zijn de ontwikkelingen nog in volle gang. Elk jaar komen zijn er nieuwe trends, en elk jaar komen er nieuwe stemmingen bij die voorheen technisch nog niet mogelijk waren.
Een ontwikkeling is bodempads, waar ik eerder al een blog over schreef. Een andere ontwikkeling, eentje die losstaat van technische ontwikkeling, is het uitbreiden van je arsenaal. Ik zie steeds vaker spelers met meerdere handpannen voorbij komen, ook als ze nog maar kort aan het spelen zijn. Op zich alleen maar te gek natuurlijk, als je veel speelt kunnen verschillende karakters een ontzettend fijne toevoeging zijn.
Ook spreek ik geregeld mensen die al vrij vlot een tweede handpan zoeken omdat ze meer variatie in hun spel zoeken. Ik snap deze gedachte: een handpan met maar negen of tien toonvelden lijkt merkbare beperkingen met zich mee te brengen. Toch hoeft dat zeker niet zo te zijn. Er is ontzettend veel te halen uit een handpan. Als ik mensen spreek die dit gevoel van spelbeperktheid uiten, probeer ik ze dan ook vooral te stimuleren om toch op zoek te gaan naar nieuwe wegen op hetzelfde instrument. Vandaar de titel van deze blog, en stiekem zelfs een beetje mijn muzikale mantra: kaders creëren creativiteit. Juist die kaders, die grenzen van jouw ene handpan, kunnen een enorme bron van creativiteit opleveren.
Een trommeltje minder
Er is natuurlijk niet één enkele manier om jouw handpanbeleving te ervaren. Ik ken spelers die hun arsenaal vrij vlot hebben laten groeien, en daar te gekke dingen mee doen. Ik heb zelf ook meerdere handpannen, en ben erg blij met de mogelijkheid om per situatie het juiste instrument te kunnen pakken.
Deze blog is dus zeker niet bedoeld om je te demotiveren om je arsenaal uit te breiden. Als je fanatiek bezig bent kan het een enorme boost aan je spel geven. Waar deze blog voor is bedoeld, is je te behoeden voor het maken van onnodige kosten, om er later achter te komen dat die veelzijdigheid vinden toch meer een kwestie was van meters maken, niet zo zeer verschillende klanken hebben. Deze blog is ook – en eigenlijk vooral – bedoeld om je te helpen en te enthousiasmeren om die veelzijdigheid te vinden op je instrument.
Even 15 jaar terug: ik zat op het conservatorium, waar ik drums studeerde, en uren per dag kon (en moest) studeren op mijn instrument. Een te gekke luxepositie, en een ontzettend leuke periode uit mijn leven. Het was een bubbel, de hele dag in een pand met alleen maar andere muzikanten om je heen, die elkaar uitdagen, inspireren en soms misschien ook een beetje intimideren.
In deze periode was voor mij de uitdaging: proberen muzikaal te zeggen wat je wil, met niet meer middelen dan je nodig hebt. Een drumstel is bij uitstek een instrument dat hier geschikt voor is. Je kan met het grootste gemak een trommel of bekken erbij zetten of weghalen. Als ik iets had gecreëerd, was de volgende stap om te kijken of ik dezelfde stijl en energie kan behouden met een element minder (of juist of iets toe moest voegen aan mijn setup). Als het met minder lukte probeerde ik nog een stapje verder te gaan, tot ik een grens bereikte. Juist deze kaders, waarbij soms maar twee of drie onderdelen van een drumstel overblijven, nodigen uit tot creativiteit.
Deze manier van werken ligt mij goed, en stimuleert mijn creativiteit enorm. Deze manier van werken betekent niet persé dat alles minimaal en klein hoeft te zijn. Soms is de conclusie dat veel elementen nodig zijn, en dat is natuurlijk ook helemaal prima. Het gaat om bewust omgaan met wat je hebt, en binnen die kaders op zoek gaan naar creativiteit.
Manu Delago
Afgelopen voorjaar was Manu Delago (waar ik eerder al een blog over schreef) op tour met een te gek project. Zijn Recycling tour was een vier weken durende tour van Oostenrijk naar Nederland, waarbij zij 17 optredens gaven. Deze tour legden zij volledig af op de fiets, dus ook hun instrumenten en de benodigde techniek ging mee in aanhangers van deze fietsen.
Dat op zich is al te gek natuurlijk, met het oog op alle klimaatproblematiek. Maar dat is nog niet alles: tijdens het fietsen wekten zij door o.a. zonnepanelen stroom op, wat werd gebruikt voor het licht bij de shows. Een supertof en inspirerend initiatief.
Manu Delago is een van mijn favoriete spelers. Ik was dus uiteraard aanwezig bij zijn show in het Bimhuis in Amsterdam. Manu is een speler die mijns inziens heel goed past bij de titel van deze blog: kaders creëren creativiteit. Zijn spel is waanzinnig harmonisch, vooral omdat hij door en door weet welke mogelijkheden er allemaal zijn met zijn instrumenten. Je ziet dat hij elke mogelijkheid die er is binnen zijn instrumentarium heeft verkend en onder de knie heeft. Een ware meester aan het werk!
Check hier Manu aan het werk op zijn kenmerkende setup:
Ervaar het zelf
Een goede melodie hoeft helemaal niet zo veel te bevatten. De beste liedjes zijn vaak juist verbazingwekkend simpel. Ik schreef eerder al een blog over het creëren van melodieën. De uitdaging bij het maken van een goede melodie is het simpel houden.
Een leuke en waardevolle oefening is om jezelf de restrictie van een beperkt aantal tonen te geven. Maximaal vijf, maar minder is nog interessanter. Probeer een sterke melodie te maken met het gekozen aantal tonen. Variëren in volgorde en ritme mag, maar zorg dat er voldoende herhaling is. Herhaling is wat een melodie sterk maakt. Probeer echt een fijne flow te vinden en gewend te raken aan de gekozen melodie. Probeer een week of langer te blijven bij die ene melodie, bestaande uit diezelfde (maximaal) vijf tonen.
Als deze melodie echt helemaal geland is, als je het kan spelen zonder er teveel bij na te hoeven denken, en je het echt helemaal eigen hebt gemaakt, is het tijd om een klein iets te veranderen. Begin met één gekozen toon inruilen voor een andere. Al het andere hou je hetzelfde. Kijk wat er gebeurt met de melodie door het veranderen van die ene toon. Hoe je deze verandering noemt is geheel aan jou, maar kijk wat het doet met je. Je kan deze nieuwe tweede melodie geïsoleerd spelen, of afgewisseld met de eerste melodie.
Door zo steeds stapje voor stapje je mogelijkheden te verkennen, maar echt met aandacht en rust uitvogelt, leer je je instrument door en door kennen. Elke variatie, combinatie en volgorde krijgt een eigen karakter, en je weet deze sferen meteen te vinden op je handpan. Deze controle over je instrument is een te gek iets. Dat punt bereiken op 1 handpan is al een flinke (en leuke) klus, laat staan op meerdere instrumenten!
Geen tweede handpan dus?
Als je dit leest, maar al aan het speuren bent naar een tweede handpan (of misschien al een tweede hebt), geen zorgen! Mijn punt is zeer zeker niet dat je geen tweede handpan zou moeten willen. Er zijn ontzettend veel goede redenen voor het uitbreiden van je arsenaal. Je ziet bij de bovenstaande video ook dat Manu meerdere handpannen gebruikt, maar dat wel op een ontzettend creatieve manier doet, waarbij elke handpan een enorme toevoeging geeft aan zijn harmonische en melodische keuzes. Als jouw reden voor uitbreiding een soortgelijke is, zou ik de zoektocht absoluu voortzetten. Als je een kleine dip in je spel ervaart, hoop ik dat bovenstaande tips je helpen om je handpanspel op een nieuwe en frisse manier te bekijken. De beperking van die ene pan, of zelfs een selectie van de tonen erop, juist die kaders creëren creativiteit.